12-06-2023

R-PAS normen bij kinderen en adolescenten

Door Bram Pieters

De Rorschach volgens R-PAS kan een laagdrempelige relevante bijdrage leveren bij het onderzoeken van meer impliciete psychologische kenmerken van kinderen en adolescenten. Het biedt de unieke mogelijkheid om op een gestandaardiseerde wijze probleem-oplossend gedrag in de vorm van visuele attributies, verbale en non-verbale communicatie en interactief gedrag te observeren. Anders dan  zelfrapportage, waarbij hogere cognitieve functies nodig zijn (o.a. introspectie), is het bij de Rorschach voldoende om in staat te zijn tot het geven van een verbale respons op visuele stimuli. Elk van deze responsen kan vervolgens worden gecodeerd aan de hand van meerdere relevante dimensies, samengebracht in verschillende scores en aan de hand van normen worden geïnterpreteerd en gegeneraliseerd naar gedrag en psychisch functioneren in vergelijkbare situaties in het dagelijks leven.

Bovenstaande kan natuurlijk enkel verantwoord gebeuren met behulp van voldoende betrouwbare en valide leeftijdsnormen. Voor het begrijpen van elk individueel kind of adolescent is het noodzakelijk om kennis te hebben hoe hij/zij zich verhoudt tot anderen van eenzelfde leeftijd. Helaas is gaandeweg evident geworden dat de normen voor kinderen en adolescenten, zoals gebruikt bij het Comprehensive System van Exner – net als de normen voor volwassen! – geen goede afspiegeling blijken te zijn van wat gebruikelijk is bij populaties van niet patiënten. Dit geldt voor meerdere belangrijke Rorschach scores, en niet alleen in vergelijking tot normen uit andere landen, maar ook van die uit de Verenigde Staten zelf, soms zelfs in forse mate. En voor kinderen en adolescenten blijkt dit zelfs nog sterker te gelden dan voor volwassenen, respectievelijk voor liefst 43 tegenover 28 variabelen. Anders gezegd, de CS normen wijzen niet-patiënten van alle leeftijden (maar meer nog bij bij kinderen en adolescenten dan bij volwassenen) op een aanzienlijke aantal variabelen aan als psychologisch minder gezond dan zij in feite zijn!

Dit is dan ook de reden geweest dat de R-PAS zich heeft gebaseerd op internationale normen, verzameld op basis van liefst 21 studies uit 17 landen, waaronder eveneens de Verenigde Staten. Hoewel deze dus zoals boven beschreven op meerdere betekenisvolle variabelen afweken van de oorspronkelijke CS normen, bleken ze echter een verrassende stabiliteit in zich te dragen (e.g. uitkomsten vertoonden een uitzonderlijke cohesie over de verschillende studies heen). De internationale normering van kinderen en adolescenten (31 studies uit 5 landen) gaf een vergelijkbaar patroon van afwijkingen met de oorspronkelijke CS normen, maar liet daarnaast ook een grotere onderlinge discrepantie zien (e.g. op 34 van de 143 variabelen was een grotere variatie zichtbaar).

Bij publicatie van het R-PAS handboek in 2011 werden enkel volwassen normen gebruikt. Deze normen waren uiteindelijk gebaseerd op een subset van de internationale normeringstudies bestaande uit tot 100 protocollen over een totaal van 15 verschillende landen. Hierbij werd gebruik gemaakt van een modellering om het aantal responsen (R) in overeenstemming te brengen met het zgn. R-Optimaliseren, zoals dat bij het R-PAS afname gehanteerd wordt.

Voor kinderen en adolescenten werden eveneens normen gebruikt van de internationale normeringstudies, maar naast de genoemde discrepanties, waren de  normen voor kinderen en adolescenten ook op nog andere punten problematisch. De data werden (1) gegroepeerd over drie aanzienlijk brede leeftijdsgroepen (5-8, 9-12, en 13-18), en (2) gebaseerd op standaard afname volgens CS zonder modellering volgens R-Optimaliseren, en (3) bevatte geen normering van R-PAS variabelen die niet in het CS voorkwamen.

Kortom, er moesten nieuwe normen voor het R-PAS worden vastgesteld voor kinderen en adolescenten. Hoewel dit tijd kostte, werden er op basis van diverse studies overgangsnormen verzameld die per 2014 beschikbaar werden. De nieuwe R-PAS normen maken gebruik van R-PAS protocollen van 346 kinderen en adolescenten, tussen de 6 en 17 jaar oud, de meeste afkomstig uit Brazilië en de Verenigde Staten, en een kleiner deel uit Italië. De protocollen werden grotendeels volgens R-Optimaliseren afgenomen, met een beperkt deel ervan gemodelleerd, allen volgens de nieuwe R-PAS richtlijnen. Gender was nagenoeg evenwichtig verdeeld, doch steekproefgrote wisselde naar leeftijd en land van herkomst. Om de ontwikkelingslijn te kunnen staven, werden extra protocollen uit de volwassen normgroep gebruikt, waardoor het totaal uitkwam op een totaal van 463 proefpersonen.

Bijkomend voordeel van deze nieuwe normen is dat de eerder genoemde variabiliteit en discrepantie van de eerdere normen op belangrijke punten kon worden gecorrigeerd. Daar waar nadrukkelijke verschillen werden gevonden tussen de nieuwe R-PAS normen en de oude CS normen, bleken de R-PAS normen een onregelmatigheid in de CS normen te corrigeren. In bijna alle gevallen betrof het een correctie op een determinant-gerelateerde variabele te zijn die progressieve ontwikkeling bij toenemende leeftijd liet zien (YTVC’, PPD, Y, V, C’, en r). Daar waar de CS normen behoorlijke uitschieters lieten zien (zelfs uitschietend boven die van volwassenen!), daar lieten de R-PAS normen een geleidelijke progressie gedurende de leeftijd zien die juist goed aansluit op de waarden van die van volwassenen.

De resulterende normen geven bij de resultaten de verwachte scores (e.g. Ms en SDs) voor elk van de R-PAS variabelen weer voor elke leeftijd per jaar van 6 tot 17 jaar. En daar waar de presentatie bij de resultaten van pagina 1 en 2 eerder nog gebeurde middels een “overlay” met zogenaamde “whiskers” (-X-) waarbij de van volwassenen afwijkende gemiddelden met eveneens variabele bandbreedtes in standaard deviaties (SD) als het ware “overheen” de gestandaardiseerde M en SD voor volwassenen werd gelegd, is er nu bij de uitdraai geen verschil meer met die bij volwassenen, mits bij invoer de juiste leeftijd wordt ingevuld.

Concluderend: Na toch een periode waarin de Rorschach vooral met voorzichtigheid kon worden gebruikt bij kinderen en adolescenten, lijkt nu een aanzienlijk groter vertrouwen mogelijk bij het gebruik van de Rorschach bij deze belangrijke groep en biedt daarmee een belangrijke aanvulling in de psychodiagnostiek bij kinderen en jeugd. Natuurlijk, het betreft weliswaar overgangsnormen die uiteindelijk verder zullen worden aangevuld en vervangen door toekomstige studies; voor nu, echter, biedt het een voldoende solide onderbouwing voor het doen van ontwikkelingssensitief  genormeerde uitspraken over wat kinderen en adolescenten van verschillende leeftijden (6-17 jaar) zien, zeggen en doen tijdens het uitvoeren van de Rorschach-taak.

Bron: Mihura, J. L., & Meyer, G. J. (Eds.). (2018). Using the Rorschach Performance Assessment System® (R-PAS®). The Guilford Press.

Aanmelden voor nieuwsbrief

Nieuwsbrief archief