Thematic Apperception Test

De Thematic Apperception Test (T.A.T.) kent net zoals de rorschachtest een lange geschiedenis en blijft een veelgebruikt instrument in de klinische psychodiagnostiek. Deze projectieve techniek kan zowel bij kinderen als volwassenen toegepast worden. Aan de patiënt/cliënt wordt een set van een tiental platen met (sociale) taferelen voorgelegd waarbij men een verhaal moet vertellen. De platen drukken universele existentiële thema’s uit. Bij de interpretatie van het testmateriaal prevaleerde lange tijd de kwalitatieve benadering waarbij de inhoud van de verhalen geanalyseerd werd vanuit een driftpsychologisch referentiekader. Onder impuls van de Amerikaanse ego-psychologen nam de aandacht voor de vormkenmerken van de verhalen toe en werd de T.A.T. aangewend om de onderliggende ik-functies en persoonlijkheidsstuctuur te evalueren. De afgelopen decennia is men meer belang gaan hechten aan de psychometrische onderbouwing van het instrument en ontwikkelde men gestandaardiseerde scoringssystemen voor de beoordeling van specifieke persoonlijkheidsaspecten zoals objectrelaties of defensiemechanismen. In tegenstelling tot de rorschachtest bestaat er geen eenvormige benadering bij de analyse van de verhalen van de T.A.T. maar merken we toch een duidelijke trend naar meer wetenschappelijke onderbouwing en kwantificering.

Enquête naar het gebruik van de TAT in Nederland en Vlaanderen.

In 2012 werd een digitale enquête over het gebruik van de TAT in Vlaanderen en Nederland afgenomen waarbij in het bijzonder gepeild werd naar de wijze waarop de verhalen geïnterpreteerd worden. Ook de leden van de NVVR werden opgeroepen om mee te werken aan deze enquête. Dit onderzoek kaderde in een masterthesis van Jessica Struyfs aan de KU Leuven (academiejaar 2012-2013) over ‘Bellaks interpretatiemethode van de Thematic Apperception Test’ (promotor: Prof. Dr. Vereycken). In dit korte artikel worden de voornaamste bevindingen van deze enquête samengevat.